De christelijke betekenis van het symbool van het
SCHAAP/ LAM
Het schaap wordt in de bijbel gebruikt als beeld voor het Kind van God
David, de koning van Israël, was vroeger een herder van schapen (1 Sam. 16:19). Hij heeft de bekende psalm 23 gedicht, waarin hij de Heer "mijn Herder" noemt en zichzelf, in figuurlijke zin, als een schaap van de HEERE, de Goede Herder, ziet.
Ps 23:1 Een psalm van
David. De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets.
Ps 23:2 Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar
stille wateren.
Ps 23:3 Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor van de
gerechtigheid, omwille van Zijn Naam.
Ps 23:4 Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad
vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.
Ps 23:5 U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders; U
zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.
Ps 23:6 Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn
leven. Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen.
(HSV)
Gods volk wordt vergelijken met een kudde schapen, zoals blijkt uit onder meer de volgende bijbelteksten:
Ps 78:52 En Hij
voerde Zijn volk als schapen, en leidde hen, als een kudde, in de woestijn.
Ps 79:13 Zo zullen wij, Uw volk en de schapen Uwer weide, U loven in
eeuwigheid, van geslacht tot geslacht; wij zullen Uw roem vertellen.
Ps 95:7 Want Hij is onze God, en wij zijn het volk Zijner weide, en de
schapen Zijner hand. Heden, zo gij Zijn stem hoort,
Ps 100:3 Weet, dat de HEERE is God; Hij heeft ons gemaakt (en niet wij), Zijn
volk en de schapen Zijner weide.
Jer 23:3 En Ik zal het overblijfsel Mijner schapen Zelf vergaderen uit al de
landen, waarhenen Ik ze verdreven heb; en Ik zal ze wederbrengen tot hun
kooien, en zij zullen vruchtbaar zijn, en vermenigvuldigen.
Lam: drager van onze zonden. Jezus Christus.
De Heer Jezus gaf Zichzelf
gewillig over met het oog op onze zonden. Als een lam of ooi, overgeleverd in
de handen van mensen, ging hij de dood in. Hij stelde Zijn ziel als schuldoffer
voor onze zonden. Hij droeg de zonden van velen.
De lijdzame houding van onze Heer Jezus Christus, wordt vergeleken
met dat van een stom (=zwijgend) schaap:
Jes 53:7 Hij werd
mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een
lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor
zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open.